Een vriendin is aan het vertellen over haar nieuwe huisgenoot, die ze ‘gered’ heeft uit Spanje.
De hond is een oudere, afgedankte dame die voor de fokkerij gebruikt werd. En toen ze niet meer voldeed werd ze gedumpt.
We zeggen tegen elkaar van ‘och och’, en ‘wat erg dat mensen dat doen’, enzovoort.
Via een resque organisatie is ze opgevangen, geopereerd en naar Nederland gekomen.
De hond hoort het vriendelijk aan en komt er dan even tussendoor. Een kleine interruptie, zeg maar, waarmee ze ons fijntjes even terecht wijst.
Ik moet lachen en vriendin onderbreekt haar verhaal en vraagt wat er is.
Ik leg uit dat de hond hier heel anders over denkt en vertaal wat ze doorgeeft;
Hond Bonita;
“Grappig dat de mensen denken dat ze mij ‘gered’ hebben.
Ik vind het juist andersom.
Ik red haar.
Ik bén er voor haar.
Ik doe meer dan ik met woorden kan omschrijven.
Ik geef energie, houd de sfeer goed en geef haar kracht om haar werk aan te kunnen. Ook op mentaal vlak sta ik sterk, ze kan op mij bouwen.
Het maakt me niet uit wat er eerder met me is gebeurt; ik laat me niet zomaar kisten.
Ik ben mentaal behoorlijk sterk en geniet van mijn leven.
Geen medelijden dus, dat is echt niet nodig hoor jongens!”
Vriendin kan het echt inzien, meevoelen en er om lachen, en is ergens ook gerust gesteld.
Leuk en leerzaam toch, zo’n ander inzicht van zo’n wijze dame?